Mensenrechten: strijd tegen moderne slavernij

Moderne slavernij

Slavernij, dat is toch allang afgeschaft? Jazeker. Afschaffing van slavernij was In 1833 een feit in Groot-Brittannië, Nederland volgde 30 jaar later in 1863. Tegenwoordig is slavernij overal ter wereld verboden. Het staat ook als artikel 4 in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Toch komt het nog steeds voor. In Mauretanië werd slavernij bijvoorbeeld pas in 2007 wettelijk verboden.

Wat is slavernij?

Slaaf zijn betekent gedwongen arbeid en geen zeggenschap over waar, met wie en hoe je leeft. Sinds de grote oversteek door Columbus in 1492 vestigden zich Europeanen in wat de Nieuwe Wereld werd genoemd. De Portugezen begonnen met rietsuikerplantages in Brazilië, en lieten die bewerken door slaven uit Afrika. Dat werd overgenomen door alle koloniserende Europese staten. Samen verscheepten zij in deze transatlantische slavenhandel in ruim tweehonderd jaar meer dan twaalf miljoen Afrikanen

Moderne slavernij

Anno 2016 zijn er nog altijd 45.8 miljoen mensen die gedwongen worden om te werken, zonder er loon voor te krijgen. Mensen die verhandeld worden, opgesloten, mishandeld, misbruikt en uitgebuit. 45.8 miljoen! Een schokkend aantal (cijfers van The Global Slavery Index 2016).

Slavernij in Brazilië

In Brazilië zijn er naar schatting 155.000 mensen die in slavernij leven. Velen daarvan werken op de suikerrietplantages in het armoedige noordoosten van het land. Brazilië is één van de grootste producenten van suikerriet. Het meeste werk op de plantages wordt nog met de hand gedaan. Geovani strijdt tegen slavernij. Hij zet zich in voor de mensenrechten van deze suikerrietarbeiders in Brazilië.

Geovanni infromeert suikerrietarbeiders over mensenrechten

Geovani: “Het is fysiek heel zwaar werk. De arbeiders werken de hele dag op het land, soms in de brandende zon, soms in de stromende regen. Werknemers hebben volgens de wet recht op een minimumloon, goed materiaal zoals kapmessen en beschermende kleding, pauzes, en een maaltijd. Maar veel plantagehouders lappen die regels aan hun laars.”

Geovani gaat bij de arbeiders langs om hen te informeren over hun rechten. “Veel arbeiders zijn ongeschoold, ze weten nauwelijks wat hun rechten zijn. Wij zoeken ze op en geven ze voorlichting. We staan naast hun in de strijd tegen deze vorm van uitbuiting.”

‘Hij behandelde ons als slaven’

Geovani helpt arbeiders zoals Sevarina. Ze is moeder van 11 kinderen. Ze woont met haar man al 45 jaar op een suikerrietplantage. Vanaf de weg rijdt je lange tijd over een zanderig pad, temidden tussen de suikerrietvelden. Je komt er bijna niemand tegen, af en toe rijdt je een arbeider voorbij die te voet gaat. De meeste arbeiders hebben geen eigen vervoer. In the middle of nowhere staat een klein dorpje, waar Sevarina woont, samen met nog 47 families.

“Vroeger werkten we voor de patron, de plantage-eigenaar,” vertelt Sevarina. “Hij behandelde ons als slaven. We moesten vroeg beginnen. Dan kwam de opzichter, die op de deuren bonkte: ‘Opstaan!’ De hele dag moesten we in de brandende zon werken. ’s Middags kon je even naar huis om te koken voor je kinderen. En dan weer terug tot ’s avonds laat. Lange dagen, zwaar werk. Beschermende kleding moesten we zelf kopen, dat hield de patron in van je loon.”

Severina was een slachtoffer van moderne slavernij

“Er bleef geen loon over”

“Aan het einde van de week moest hij ons uitbetalen, maar vaak had hij ‘hoofdpijn’. Dan moest je niet aan z’n hoofd zeuren. Dan kreeg je dus niks. In het begin zorgde hij er voor dat we een klein beetje te eten hadden, maar later niet meer. We waren verplicht om onze etenswaren in zijn winkeltje te kopen. Het waren lange dagen, we woonden afgelegen en hebben geen auto. Hoe moesten we anders aan eten komen?”

Sevarina vervolgt: “In het winkeltje stonden geen prijzen vermeld, dus je wist niet wat je moest betalen, hij hield het in van ons loon. Aan het eind van de maand zei hij: ‘Je hebt voor zoveel real gekocht, en zoveel heb je verdiend.’ Dan kreeg je niks, want na aftrek van de kosten bleef er geen loon meer over. Het was echt slavernij. Maar wat konden we doen?”

Geovanni informeert een arbeider over zijn rechten

Bij een aangifte gebeurt er niks

Geovani: “Deze arbeiders hebben geen poot om op te staan. Ze zijn ongeschoold, en er is weinig werk in deze regio. Het enige werk wat er voor handen is, is op de plantages. En vaak zijn de plantagehouders verweven met de lokale politiek. Ze bekleden zelf een functie als wethouder, burgemeester of een familielid. Dus als er een aangifte volgt, dan gebeurt er vaak niks mee.”

In Brazilië, een land bijna net zo groot als Europa, is veel te doen om landrechten. Wettelijk hebben arbeiders recht op een stukje grond, maar er zijn veel conflicten met plantagehouders. Een eigen stuk land betekent voor de arbeiders dat ze zelf groenten, fruit en aardappelen kunnen verbouwen. Dan hebben ze genoeg te eten en hoeven ze niet van de boer te kopen. Misschien kunnen ze zelfs wat verkopen op de markt, om zo hun inkomen aan te vullen. De juridische hulp die Geovani geeft aan suikerrietarbeiders zoals Sevarina is voor hen van essentieel belang.

Geovanni onderweg naar plantages in de auto die hij van MIVA kreeg

Strijd ook mee tegen slavernij

MIVA steunt het werk van Geovani. Hij had een auto nodig om de arbeiders te helpen. Hij vertelt: “Ik moest 1,5 uur met de bus, en daarna nog een uur met de motortaxi. Dan nog een stuk lopen, voordat ik bij de arbeiders was. Zij wonen op de uitgestrekte plantages, in heel afgelegen gebieden. De motortaxi moest wachten tot ik klaar was, en dan ging ik hetzelfde stuk weer terug. Met de auto die ik van MIVA kreeg kan ik de families veel sneller bereiken, en zo ook meer families helpen.”

Help ook mee om mensen, zoals Geovani in zijn strijd tegen de slavernij, te steunen.

Send this to a friend